Vakantie 2015. Deel 3, hoe het verder ging.

14 september 2015

Na een tweede nacht in ons “appartement” op Camping Canelas te Armaçao de Pera was het tijd om verder te trekken naar één van de volgende doelen in Portugal, te weten het meest zuidelijke puntje in het Parque National SW Costa Vicentina alwaar niet alleen een oude vesting staat maar ook de kust nog een aardig uitzicht biedt. De vestiging was nog van binnen te bezoeken maar daar hebben we vanaf gezien om onze motoren niet helemaal onbeheerd achter te laten. Ook met onze pakken aan is rondlopen in die warmte géén aangename bezigheid.

 

Koffiestop aan de kust.

15 september

Groot voordeel is dan de bushalte vlakbij die je rechtstreeks naar het centrum van de stad brengt. Want daar in het verkeer je leven wagen moet je, behalve dan de ritten heen en terug, eigenlijk niet willen.

Lissabon is, sinds ik daar voor het laatst was in het jaar 2000, niet veel veranderd, behalve dan de veelvuldige aanwezigheid van de ook bij ons bekende Tuk-tuk. Qua onderhoud kunnen ze nog steeds wel een stap maken (en da’s nou een understatement) maar de stad is op zich best aangenaam om te verblijven. Nog wat sfeerfoto’s derhalve:

Jammer dat het weer, zoals te zien op de foto’s, niet helemaal meewerkte en aan het eind van de middag begon het dan ook te regenen. Gelukkig vonden we ook de bushalte voor de retourtrip naar de camping want het was anders een eind lopen geweest.

16 september

Nu was het toch tijd om Portugal zelf te ontdekken want als het bleef bij de indrukken die we tot nu toe hadden opgedaan, dan hadden we het land beter kunnen mijden. Gelukkig hebben we dat niet gedaan want het Portugal dat zich ontvouwde bleek zoveel meer te zijn dan de stranden en rotsen van de Algarve of de steegjes in Lissabon. Allereerst de route naar weer zo’n puntje en dat was deze keer het meest westelijke punt van het vasteland van Europa. Weliswaar ook hier busladingen toeristen, en dan met name de fotograferende japanners, maar het was best een leuk tripje.

Daarna werd het alleen nog maar mooier want we kwamen nog een fraaie zoutwinningsinstallatie tegen met authentieke huisjes, een mooi uitzicht mèt de nodige troep op de voorgrond en weer een lokale uitspanning voor weer een bakje overheerlijke koffie (of thee cq. cola voor Jeroen).

Onderdak vonden we deze keer in het plaatsje Abegoaria in een leuk klein hotel.

17 september

We waren inmiddels alweer halverwege Portugal en na een korte stop voor de o zo belangrijke koffie (en thee of cola voor Jeroen) was het tijd voor een bezoek aan Parque Natural da Serra da Estrela. En dat hebben we geweten want het was niet alleen erg mistig en vrij frisjes, (4 graden Celsius!) maar zonder die wolken ook supermooi. Wat een natuurschoon daar in Portugal. Over het park weet het internet trouwens het volgende te vertellen:

“Het natuurpark van het gebergte Serra da Estrela is het grootste beschermde gebied van Portugal en ligt in het centrale massieve berggebied, op een hoogvlakte die enigszins helt naar het noordoosten. De bergen worden hier door rivierdalen gescheiden van onder andere de rivieren die hier ontspringen (Mondego en Zêzere).
Het landschap wordt gedomineerd door stenen, rotsen en kliffen, waarvan sommige zulke rare vormen hebben, dat ze aanleiding gaven tot benamingen als “Oude vrouwenhoofd” (Cabeça da Velha) en “Kruiken” (dikke, smalle en korte kruik). Omdat dit het hoogste punt van het vasteland van Portugal is, valt hier meer regen dan in de rest van het land en regelmatig zelfs sneeuw, waardoor wintersport hier ook tot de mogelijkheden behoort.”

Het hoogste punt van Portugal ligt ongeveer op 1993 meter en al rijdend hebben wij dat op pakweg 50 meter na benaderd. En verder laten we hier weer even de plaatjes spreken:

De overnachting was deze dag in het plaatsje Armamar alwaar we ons o.a. tegoed hebben gedaan aan de overheerlijke Portugese specialiteit “port”. Het avondmaal voor Pieter en mijzelf, een lokale specialiteit met botjes, elastiek en schaap, was helaas minder succesvol…

18 september

En nu we het over port hebben, we hebben het verder niet meegenomen maar wèl de streek rondom Porto bezocht inclusief de rivier de Douro. Alsof je langs de Moezel reed maar dan in Portugal.

De route liep verder door Parque Nacional da Peneda-Geres en ook daar was het weer schitterend rijden.

Om uiteindelijk halt te houden in een hotel in Assureira. De motoren konden in de garage en dat bleek uiteindelijk de voorraadschuur te zijn voor o.a. aardappels en uien waar we nog net de motoren konen bijschuiven. Ach, ze stonden droog.

 

19 september

De volgende morgen, na het ontbijt van 08:30, was het tijd om Portugal te verlaten. Maar niet nadat we wederom door een wonderschoon landschap mochten toeren van eerder genoemde park wat zich aan de grens met Spanje ophoudt. Echt een heel mooi park en over alle genoemde parken is op het www genoeg info te vinden. Deze was meer dan de moeite waard met heerlijke kronkelwegen voor de geoefende motorrijder 😉 .

De overnachting was deze keer in Agolade, in het noorden van Spanje. We zaten in een, zo op het eerste gezicht, onooglijk Hostal, maar het was er schoon, de bedden goed en het eten prima. We kwamen daar terecht omdat we een bezoek aan Santiago de Compostella in goed overleg hebben gecancelled, en we denken dat de wandelaars die we in deze contreien zijn tegengekomen dat helemaal niet erg vonden. Trouwens knap link, dat wandelen langs die hoofdwegen.

 

20 september

Hier begonnen we al te merken dat de vermoeidheid begon toe te slaan. De 3 weken onderweg waarvan 19 dagen op de motor en 2 rustdagen begonnen hun tol te eisen dus we besloten, nadat we in de ochtend ook werden geteisterd door dikke mist, dat Janneke en ikzelf zo af en toe de vooraf gemaakte route lieten voor wat-ie was om stukken over te slaan. Pieter & Jeroen bleven de route wel trouw maar schrijven niet dit blog dus wat ze precies hebben uitgespookt zullen we nooit weten. In de avond troffen we elkaar weer in Entralgo, maar niet nadat we alle 4 wederom een park hebben bezocht, nl. Valle de San Emiliano. 21 september

Ook op deze dag zouden we weer één van de hoofddoelen van de vakantie gaan bezoeken. Picos de Europa, een bergketen in het noorden van Spanje, onderdeel van het Cantabrisch Gebergte. De bergketen ligt zo’n 20 km ten zuiden van de Spaanse noordkust op de grens van de autonome regio’s Asturië, Cantabrië en Castilië en León. En we werden niet teleurgesteld door het gebodene. Wat een mooi gebied en ook een bezoek aan het dorpje Cain de Valdeón is zeer zeker de moeite waard.  Hierna zijn wederom de wegen tijdelijk opgesplitst en gingen Janneke en ikzelf een wat meer efficiënte route rijden door dit gebergte. Dat was mede ingegeven omdat mijn, voor de vakantie nog gloednieuwe, achterband het na 7400 km voor gezien hield. Het ruwe wegdek in combinatie met het vermogen van de motor èn natuurlijk het gebruik daarvan hadden het lot bezegelt. We zouden de jongens pas weer in Bretagne terugzien…

Overnacht hebben wij in een Casa Rural in Baskenland, duidelijk te merken aan de tweetaligheid en de vele X-xen in de namen, pal aan de zee en vlak bij de plaats Ibarrangelu.

 

22 september

 

Bij het opstaan was het weer helemaal omgeslagen en motregende het al dus dat was geen goed teken. Zeker niet met die versleten achterband maar een BMW dealer in Calle Troia (ten zuiden van San Sebastian) had gelukkig een goede voorraad van 1 type band(!) voor mijn motor dus die werd gemonteerd.

 

De route langs de Spaanse kust was

verder best aardig, maar niet spectaculair. Daarna nog 1 keer goedkoop tanken en het was weer de beurt aan Frankrijk om door ons bezocht te worden. Het stuk onderaan werd snel overgeslagen en via de wijnstreek ten oosten van Bordeaux vonden we een Chambre d’Hôte in een heus wijnchateau vlak bij Saint Emilion. Was goed toeven, daar bij die wijn.

23 september

Met een mooi zonnetje begonnen we na wederom een echt Frans ontbijt aan de laatste loodjes van deze trip. Verder rijdend langs de wijnranken, de vrijwel verdorde zonnebloemvelden en een McD (jawel!) eindigde deze dag in Val d’Izé in wederom een Chambre d’Hôte. Pieter en Jeroen hadden gedurende de laatste paar dagen de nodige kilometers goedgemaakt dus zo tegen het schemeren haalden ook zij deze overnachtingsplek. De lokale pizzeria was nog open dus de inwendige mens kwam ook aan z’n trekken. Want na die 3 pizza’s gedurende de eerste 4 dagen hadden wij ze ook niet meer gezien.

 24 september

Wat we aan het begin van de dag nog niet konden bevroeden was dat dit feitelijk de laatste dag van ons vakantie avontuur zou zijn. Want ondanks de mededelingen van onze gastheer, hier pontificaal links op de voorgrond, dat het een schitterend mooie zonnige dag zou worden werd het al snel helemaal dichtbewolkt.

Wel haalden we nog Mont St. Michel, maar daar reden we al snel weer weg. De ook voor motorrijders verplichte parkeerplaats was kilometers verwijderd van het (schier-)eiland en om nu de motoren onbewaakt achter te laten, die bagage is echt géén handbagage, vonden we geen optie. Daarnaast was het wel best zo, van een afstandje vanaf dat uienveldje.

 

Zoals de lucht op de foto al doet vermoeden, bleef de regen niet uit. Jeroen besloot vanwege zijn eveneens behoorlijk versleten achterband om direct koers te zetten naar huis en wij drieën reden nog even verder voor een Hollandse lunch aan de kade van, wie kent het niet: Port en Bessin Huppain. Aldaar was het weer tenminste wat opgeklaart.

Toen de avond viel en een overnachtingsplek niet snel was gevonden besloten ook wij om koers te zetten naar huis. Pieter naar Zeeland en wij naar Almere. Dat werd zo nog een lange dag maar uiteindelijk kwamen we midden in de nacht thuis aan. Deze totale reis was na  24 dagen en 9159 kilometer volbracht.

Moe maar voldaan zoals dat heet en wat rest is de schoonmaak….

 

 

 

2 gedachten aan “Vakantie 2015. Deel 3, hoe het verder ging.”

  1. Mooi verhaal, Grappig om te zien, wij zijn 10-13 september in Lissabon geweest. We hebben elkaar dus om 1 dag gemist 🙂

    Groetjes Marc

Reacties zijn gesloten.